Groefbij

In Nederland zijn er twee bijensoorten die we aanduiden als ‘Groefbijen’; In het latijn heten ze de familie van de Halictus en de familie van de Lasioglossum. De hele kleine groefbijtjes (5 a 6 mm slechts) behoren allemaal tot de Lassioglossum-soorten.

Groefbijen zijn over het algemeen solitair levend, maar een aantal soorten kent een min of meer sociaal bestaan.

Ze zijn pootverzamelaars (op deze foto duidelijk te zien !) en nestelen in de grond. Hun levenscyclus kent 1 generatie per jaar.

Al heel vroeg in het voorjaar zijn er groefbijen te zien.

De Lasioglossum kent in Nederland 42 ondersoorten, die enkel met behulp van gedetailleerd onderzoek te onderscheiden zijn. De voortplanting van sommige soorten lijkt op die van wespen (overwinterende koninginnen, die in het voorjaar een nieuw nestje stichten)